44 Afschaffing handelingsonbekwaamheid van gehuwde vrouwen
Toen in Nederland in 1956 de handelingsonbekwaamheid van gehuwde vrouwen werd afgeschaft, gold dit niet voor vrouwen in de koloniale gebieden. Handelingsonbekwaamheid betekende dat gehuwde vrouwen geen “financiële, juridische en andersoortige handelingen” mochten uitvoeren. In het Internationaal Jaar van de Vrouw in 1975, tevens het jaar waarin Suriname onafhankelijk werd, werden er verschillende maatschappelijke debatten gevoerd omtrent dit onrecht. Eén van de belangrijkste voorvechters van de afschaffing van de handelingsonbekwaamheid was Twie Tjoa, de eerste vrouwelijke directeur op het ministerie van Arbeid in Suriname. Zij vond het van groot belang dat vrouwen betrokken waren bij de ontwikkeling van het land.
In mei 1978, werd een resolutie ter afschaffing van de handelingsonbekwaamheid aangenomen en aangeboden aan het ministerie van Justitie. Het regerende militair regime nam deze resolutie in 1980 op in de Regeringsverklaring. Dankzij het Decreet C11 en de aanpassing van het huwelijksgoederenrecht was op 16 april 1981 de afschaffing van de handelingsonbekwaamheid van gehuwde vrouwen in Suriname een feit.
Echter, Drs. Henna Guicherit constateert in het artikel ‘Vooruitgaan tegen de stroom in’ uit 2019 op de website van het Women’s Rights Centre Suriname dat dit in de praktijk niet altijd zo blijkt te zijn. Ze schrijft dat in 2014 gehuwde vrouwen nog steeds niet altijd erkent worden of dat er gevraagd wordt naar de handtekening van hun (mannelijke) partner bij financiële en onroerend goed transacties.
Bronnen:
Draag zelf een gebeurtenis of persoon aan en help mee dit gedeelde verleden compleet te maken.