113 Jacquelina van plantage Driesveld
Jacquelina was een jonge, knappe tot slaafgemaakte vrouw die als bediende werkte in het huis van Rudolph van Halm, eigenaar van plantage Driesveld. In die tijd werden sommige slaafgemaakten in de administratie opgenomen met hun voornaam en daarachter ‘van plantage …’ een aanduiding van bezit. Over Jacquelina’s geboorte of familie is niets bekend.
Haar leven was zwaar. Ze werd verliefd op een jongeman – zijn naam kennen we niet. Van Halm verbood haar elk contact, maar Jacquelina wist hem toch stiekem te ontmoeten. Ze werd betrapt en als straf werd ze herhaaldelijk gemarteld. Uiteindelijk besloot ze Van Halm uit de weg te ruimen. Jacquelina probeerde muizengif te kopen in de apotheek, maar kreeg het niet omdat ze geen schriftelijke toestemming van haar meester kon tonen. Futuboi Nihil, de persoonlijke knecht van Van Halm, weigerde haar ook te helpen. Toch vond ze een manier om aan gif te komen. Op een avond kookte ze het gif mee in een kop warme chocolade voor Van Halm. Volgens het politieverslag werd hij onwel en haalde Jacqueline zijn zoon erbij, waardoor Van Halm het overleefde.
Haar verzet werd zwaar bestraft. In 1830 werd Jacquelina door het Hof van Politie en Justitie ter dood veroordeeld. De opsporingsbeambte M.D. Teenstra noemde haar motief “van een verzachtenden aard”, maar dat veranderde niets aan haar lot.
Bronnen:
Draag zelf een gebeurtenis of persoon aan en help mee dit gedeelde verleden compleet te maken.