1 Het Vredesverdrag van Ndyuka – De Dag van de Marrons
In de achttiende eeuw waren er tientallen kleinere en grotere vormen van verzet door tot slaaf gemaakten in Suriname. Niet alle vormen van verzet waren succesvol. Als een opstand mislukte, had dat zware gevolgen voor de opstandelingen en de leiders werden met de dood bestraft. Maar er was ook sprake van succesvol verzet. Verschillende keren lukte het tot slaaf gemaakten om te vluchten en in het oerwoud te verdwijnen. Deze gevluchte tot slaaf gemaakten werden Marrons genoemd. Verschillende Marron-gemeenschappen verenigden zich. Samen maakten zij het de plantagehouders moeilijk met hun aanvallen op plantages. Voor de Nederlandse koloniale overheid vormden de Marron-gemeenschappen een onoplosbaar probleem en zij dachten dat het nutteloos was om de verborgen nederzettingen in het oerwoud aan te vallen. Naar Engels voorbeeld zocht de overheid contact met de Marrons om vredesverdragen te sluiten, maar aanvankelijk zonder succes.
De Marrons bleven in de jaren daarna betrokken bij het slavenverzet en de gemeenschappen bleven groeien. Na een opstand bij de Tempatie Kreek in 1757 voegden de gevluchte tot slaaf gemaakten zich bij de Ndyuka Marron-gemeenschap. Een jaar later vielen zij gezamenlijk een plantage aan. Het was voor het Nederlandse gouvernement de reden om de vredesverdragen weer ter tafel te brengen. De Marrons werden vertegenwoordigd door de Jamaicaan Adyáko Benti Basiton. Hij onderhandelde over het vredesverdrag en zette kanttekeningen bij de artikelen en voegde er enkele aan toe. Op 10 oktober 1760 werd het Vredesverdrag van Ndyuka officieel bekrachtigd. De Marrons verwierven daarmee vrijheid en kregen gebieden toegewezen waar zij vaste nederzettingen konden bouwen. Vandaag wordt deze dag herinnerd als de Dag van de Marrons.
Bronnen:
Draag zelf een gebeurtenis of persoon aan en help mee dit gedeelde verleden compleet te maken.