121 Elisabeth ‘Betty’ Bergen
Elisabeth (Betty) Margaretha Jorissen-Bergen, geboren op 29 mei 1905 in Suriname, was een Nederlands verpleegkundige en verzetsstrijder tijdens de Tweede Wereldoorlog. Ze was de kleindochter van een Joodse plantage-eigenaar en een ‘mulat’ dienstbode. Op jonge leeftijd verloor ze haar ouders en verhuisde naar Nederland, waar ze twee opleidingen afrondde en als verpleegster ging werken.
In juni 1940 trouwde ze met de weduwnaar Jacob Bouten en het echtpaar vestigde zich aan de Harmoniehof 59 in Amsterdam. Na het overlijden van haar echtgenoot in november 1940, sloot Betty zich aan bij het verzet en bood onderdak aan negen Joodse onderduikers, waaronder drie jonge kinderen. In een kast tussen de schuifdeuren werd een vluchtweg gemaakt naar een ruimte tussen de vloer en het plafond van het benedenhuis.
In juni 1944 werd haar huis na verraad overvallen. Betty en de onderduikers werden gearresteerd en naar verschillende concentratiekampen gedeporteerd. Vijf van de onderduikers overleefden de oorlog niet. Betty werd via Kamp Vught en Ravensbrück naar het Agfacommando, een buitenkamp van Dachau, gestuurd, waar ze in de ziekenboeg werkte. Bij de ontruiming van het kamp bleef zij met de zieken achter en op 29 april 1945 werden zij door de Amerikanen bevrijd.
Na de oorlog hertrouwde Betty met Wim Jorissen. Ze overleed op 4 oktober 1983 in Amsterdam aan darmkanker. Haar nicht, Michal Nobach-Bergen, schreef het boek Tante Betty, waarin ze het indrukwekkende levensverhaal van haar tante vertelt. Het boek werd in maart 2023 gepubliceerd.
Bronnen:
Draag zelf een gebeurtenis of persoon aan en help mee dit gedeelde verleden compleet te maken.